Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dat onze ossen [27]wel geladen zijn; dat [28]geen inbreuk, noch [29]uitval, noch gekrijs zij op onze straten. 27. Vet en vlezig; dat is, sterk en bekwaam om lasten te dragen en groten arbeid te doen; of welgeladen, te weten met jongens, want onder den naam van ossen moet men hier ook de koeien verstaan, gelijk Deut.7:13. 28. Te weten, der vijandenin onze landen en steden om ons goed en vee weg te drijven. 29. Te weten, uit onze steden om den vijand het geroofde goed en vee to ontjagen. Anders: gene uitgaande, te weten, vrouw, om te klagen en te krijten.